Mogelijkheid 1: woord nastempelen
Print, lamineer en snijd de gekleurde stempelkaarten. Kies een kaart en stempel het woord na op een A4.
Mogelijkheid 2: zelf het woord bedenken.
Print de kopieerbladen (rechter plaatje), dan kun je direct onder het plaatje stempelen.
Mogelijkheid 3: combineren.
Maak een boekje van de kopieerbladen.
Pak een kaartje, zoek het plaatje in het boekje en stempel het na in het boekje.
Knip de plaatjes uit het knipblad en plak ze op de juiste plaats.
Plaatjes uit de linker kolom horen bij de plaatje uit de rechter kolom.
Het is nog best moeilijk:
Brood – bordje met bestek
Wind – molen
Zak meel – auto vervoer (van molen naar bakker)
Bakker – brooddeeg
Deegroller – koekjes
Verbind de plaatjes met een lijn en kleur de plaatjes in.